donderdag 24 augustus 2017

Van Assisi naar Spello ter voorbereiding van de Refugee Walk (uit mijn dagboek)

12 juli 2017 - tweede dag in Italië

Gubbio of toch maar Spello

Ik zal mijn plannen deze week toch een beetje moeten aanpassen. Umbrië verkennen doe je beter met de wagen en niet met het openbaar vervoer. En toch wil ik graag iets doen dat ik gepland had.
Ik was van plan om vandaag naar Gubbio te gaan. Ik was gisterenavond nog buiten geweest om op zoek te gaan naar de bushalte, maar ik had de fout gemaakt om mijn rugzak niet vooraf te maken. Dan had ik gezien dat ik daar niet alles in kreeg en zou ik daar ook geen tijd mee verspillen. Het was onmogelijk om die ene bus nog te halen en de volgende zou veel later (2 uren) vertrekken. Ik zocht vlug op wanneer ik een trein had naar Spello. Twee vrienden van Valeria (die in de B&B werkt) waren er geweest en vonden het de moeite waar én het stond ook op mijn lijstje. Vlug doen wat ik moest doen, de mini-metro op en naar het station.
De mini-metro brengt je in geen tijd van boven in het centrum
 naar beneden aan het station of nog een paar haltes verder
en terug. Ik noem het ook wel de 'tiramisù' (trek me naar boven).  
Ik herinner me van vorig jaar dat je beter je ticket vooraf koopt, omdat het aan het loket meestal niet zo vlot verloopt en dat was deze keer niet anders. Ik ben twee maal van het loket naar het automaat gestapt, vond er geen heen-en-weerticket, maar heb er uiteindelijk toch een enkel ticket naar Spello gekocht, opdat ik mijn trein niet zou missen. In Italië ben je verplicht om je ticket nog voor je instapt te valideren op het perron of in de hal. Als je het vergeet, kan je serieus onder je voeten krijgen van de kaartjesknipper (al hij langskomt). Ook dat herinner ik me van vorig jaar. Het lukte me niet in de hal. Ik moest dus snel naar het perron lopen om het alsnog daar te proberen voor ik op de trein stapte. Net op tijd! Alleen... de trein vertrok maar niet. Het vertrekuur was 10u21, maar de trein wachtte op een andere trein die uit de andere richting op hetzelfde spoor kwam. Ik heb dat vorig jaar ook meegemaakt en ik snap nog altijd niet waarom ze dat niet in de uurregeling incalculeren. We kwamen niet echt veel te laat in Spello aan, dus is het misschien daar wel meegerekend of reed de trein sneller dan toegelaten. Wie zal het zeggen?

Spello wacht op mij ... 😉
Eenmaal in Spello wilde ik voor het eerst mijn wandelgps uitproberen. Ik snap er nog steeds niet veel van, maar ik kan al een waypoint instellen om mijn we terug te vinden. Na een beetje zoeken, kon ik ook mijn kilometers optellen. Ecco, tijd om Spello te ontdekken.

Bloemenkraampje op de markt. 
Bij het begin van het stadje werd ik instant gelukkiger. Er was een klein marktje en zowat overal zijn er bloempotten en - bakken: voor de deuren, aan de ramen en balkons, ... Van mei tot en met augustus kan je een bloemenroute volgen langs de verschillende steegjes. Molto bello!









Ik heb geen idee waar ik overal gelopen heb en het was hier vandaag ontzettend rustig, maar ik heb genoten van de steegjes, poortjes, bloemetjes, het klimmen en het dalen. Een beetje zoals in Assisi vorig jaar, maar minder spiritueel (zonder heilige ;-). 
Ik kocht postkaartjes voor de familie en vrienden met veel bloemetjes bij heel lieve mensen. Ik kreeg een complimentje over mijn Italiaans :-) en we hadden het even over het aanleren van talen. Praten met lieve Italianen maakt me ook gelukkig. :-)



 Die ene droom

Ik weet niet waar hij vandaan komt, maar ik heb die ene droom een stuk pelgrimspad te bewandelen en dacht aan Assisi - Spello. Vorig jaar was ik enorm onder de indruk van Assisi zelf en dit lijkt me een mooie uitbreiding én als voorbereiding voor de Refugee Walk kan die wel tellen. Ik las verschillende mogelijkheden, maar had ook het gevoel dat ik me goed moest informeren. In Spello heb ik na mijn late lunch nog een beetje rondgewandeld tot het toerismekantoor om 15u30 opende. Die dame was ontzettend vriendelijk en raadde me een goede wandelkaart aan en toonde me ook verschillende mogelijkheden. Toch deed ze me ook twijfelen. Ik weet nog steeds niet wat ik ga doen. Toen ik nog even moest wachten aan het station, heb ik de kaart bestudeerd en vergeleken met een omschrijving die ik heb van de wandeling. Ik heb ook alvast een aantal waypoints vastgelegd in mijn GPS. Daarnaast wordt ook aangeraden om zo vroeg mogelijk te vertrekken omwille van de warmte...


14 juli - vierde dag in Italië

E l' ho fatto!!!

Ieri ho camminato da Assisi a Spello! Ik heb het dus gedaan en het was voor mij echt een overwinning. Ik had de dag voordien met Paola (de eigenares van de B&B) gesproken en ze zou me iets klaarzetten in de frigo, zodat ik vroeger kon ontbijten, want ik wilde zo vroeg mogelijk naar Assisi vertrekken. Ik had boodschappen gedaan, zodat ik genoeg eten mee had (zowel brood, fruit als koekjes) en ik ben nog op zoek gegaan naar de bushalte. Dat laatste was geen sinecure. Die halte die Google Maps angaf, gaf geen teken van een bus naar Assisi. Ik heb het uiteindelijk aan een agent gevraagd en die verwees me door naar het grotere busplein. In Gent kan je aan het station ook de busuren terugvinden per halte en bestemming. Hier in Perugia is dat een brug te ver. Ik vroeg aan een man die daar zat of ik ergens te weten kon komen hoe en wanneer ik in Assisi kan geraken, want er hangt daar nergens iets uit. Zijn antwoord was duidelijk: "Neen, enkel via Internet." Het loket zou misschien wel al open zijn morgenochtend, maar dat is volgens hem ook niet altijd zo. Ik had geluk. Het loket opent al om 6u15. Als ik inderdaad een bus heb om 5 voor 7, dan moest ik vroeg genoeg vertrekken. Ik ben om half 6 opgestaan, heb gegeten, broodjes gesmeerd voor onderweg, mijn camelbag gevuld (de rest zat al in mijn rugzak) en ben om 6u20 vertrokken.
En dan heb je het. Je spreekt de taal, maar begrijpt niet alles. Ik dacht dat er een bus was om 6u56 en dacht dat ook verstaan te hebben. Ik vroeg nog naar het perron / de halte en at op mijn gemak al een banaan op. Om 6u45 kwam er een bus aan voor Assisi en tot mijn verbazing vertrok die ook meteen toen er een paar mensen waren opgestapt. Ik ben toch wel heel naïef om te denken dat die gewoon te vroeg was, aangezien het een bsuplaats is en een starthalte. Gelukkig wilde de chauffeur nog stoppen, zodat ik mee kon. Wat een rotsysteem is dat hier toch dat er nergens iets staat aangeduid. In Perugia kunnen ze nog veel leren van het openbaar vervoer in Vlaanderen.
Toen ik na ongeveer een uur Assisi in de verte zag liggen, werd ik op slag gelukkiger.

Assisi in de verte vanuit de bus. 
Vraag me niet waarom, maar ik stapte aan de verkeerde parkeerplaats af. Op zich is dat niet zo erg, want ik ken mijn weg nog wel een beetje van vorig jaar en moest het stadje doorsteken. Op die manier kon ik daar ook nog eens wandelen, ook al was dat al al klimmend.



Om kwart voor 9 ben ik uiteindelijk aan mijn effectieve tocht begonnen. Ik was blij dat ik heel goed naar die dame van het toerismekantoor had geluisterd en de juiste kaart had gekocht. Zo zag ik dat ik het bospad moest volgen en niet de hoofdweg. 



En wat een weg! Klimmen, klimmen, klimmen, losse stenen, losse stenen, losse stenen (grof grint). Ik had gelezen dat het eerste stuk naar Eremo delle Carceri zwaar zou zijn, maar ik had niet verwacht dat het zo zwaar zou zijn. Het ging echt niet vooruit. Elke 50 of 100 meter moest ik stoppen en was ik uitgeput. De dag voordien had ik smsjes gestuurd naar 5 vriendinnen (Mia, Joyce, Tine, Valérie en Véronique) om me een beetje moed in te spreken en tijdens die zware klim had ik hen ook al laten weten dat ik eraan dacht om op te geven. Ik had het gevoel dat ik er dubbel zo lang over deed dan beneden was aangegeven (1 uur).



 Mijn eerstvolgende idee was een wandelstok zoeken. Op die manier had ik ook wat steun onderweg. De tak werd mijn nieuwe multi-functionele wandelvriend. Op een bepaald moment hoorde ik getik van echte wandelstokken uit de tegenovergestelde richting komen. Paola van de B&B had me gezegd dat ik nog wel wandelaars / pelgrims zou tegenkomen, maar dat was tot dan niet echt het geval. Tot die ene man dus. Hij kwam van de Carceri (kluizenaarswoning van Sint-Franciscus, maar hij noemde ze zelf gevangenissen) en sprak me moed in. We hadden een heel leuke babbel - een welgekomen afwisseling tijdens de klim - en ik had graag nog wat langer met hem gebabbeld. Ik zou volgens hem nog ongeveer 500 m op deze manier moeten klimmen. Dan kwam er een vlakker stuk en daarna zou het nog eens stijgen, maar minder zwaar tot aan de Carceri. Ik vertelde hem ook over mijn twijfels om verder te gaan en hij begreep me wel, maar gaf me ook enkele tips om de weg goed te vinden, indien ik wel verder ga en om ervoor te zorgen dat ik niet de zwaarste weg neem naar de top van de Monte Subasio. Echt, dat was een man, waar ik het liefst langer was mee blijven babbelen.

Met mijn multi-functionele wandelvriend.
Een tijdje later werd ik ingehaald door een andere man. Dat voelde vreemd aan, maar was ook niet moeilijk met mijn slakkengang. Op het vlakke stuk wachtte hij op zijn gezelschap (ik denk zijn dochters) en hebben we nog even staan babbelen. Hij was een Fransman, die ook Italiaans sprak en hij had net de pelgrimsroute (via francigena di San Franceso) gewandeld vanuit Boulogne naar Assisi. Amai, dat vind ik toch echt wel bewonderingswaardig! Assisi was zijn doel geweest.


Toen ik uiteindelijk bijna aan Eremo delle Carceri  aankwam, liep ik terug even op een gasfalteerde weg. Er kwam een wagen uit de tegenovergestelde richting. De man aan het stuur vroeg mij de weg, maar ik hoopte dat ik wel in de juiste richting wandelde. Hij vond blijkbaar geen parkeerplaats en bood me nog een lift aan (deze keer was het geen man alleen in de wagen), maar ik wilde te voet verder. 100 m verder parkeerde hij. 😉



De gevolgen van de aardbeving van vorig jaar. 

Ik besloot niet binnen te gaan, maar wel even te rusten en een drankje te kopen aan het kraampje. Er stonden een paar stoeltjes en tafeltjes met een bordje erbij waarop stond dat die enkel aan de bar toebehoorden. Het zou in ieder geval ook de laatste gelegenheid zijn om iets te drinken te kopen voor Spello. Ik snuisterde nog even tussen de souvenirtjes, waarvan je er in Assisi overal vindt en ik wilde dolgraag een sandaaltje als herinnering / beloning, want ja, ik had beslist om verder te gaan. Met mijn Lemon Soda mocht ik aan een tafeltje zitten. Joepie! 😉
Even later kwam de man van het kraampje bij me zitten. "Allora, bella signora, Lei da dove viene?" Ik ben altijd een beetje op mijn hoede als een Italiaan begint met "bella signora". Als ik vertel dat ik uit België kom, krijg ik wel vaak het compliment dat ik goed Italiaans spreek, wat natuurlijk wel fijn is om te horen. 😊 Ik vertelde verder dat ik lang geleden een half jaar in Italië heb gewoond, maar ook 10 jaar de taal heb gestudeerd tot ik zwanger was van Luna. Nu vertel ik er ook bij dat ik in september opnieuw start om mijn diploma te halen. Aan hoe meer mensen ik het vertel, hoe zekerder ik ben dat ik het echt wil. 
"E il marito, dov' è?" "Non c'è più," en dat klonk erger dan het was. "Sono divorzata." "Oh..." (En de echtgenoot, waar is die? Die is er niet meer. Ik ben gescheiden)
Ik vroeg hem of hij hier elke dag werkt en toen kam de verzuring in hem een beetje boven. Vandaar ook die bordjes op tafel? "Beh, lavorare... lavorare è fare niente. Dopo il terremotto i turisti non sono più venuti... Da luglio e poi... basta..." (Werken is niets doen. Na de aarbeving zijn de toeristen weggebleven. Vanaf juli en toen niets meer.) Ik had wel een en ander gelezen en ik ken ook veel mensen die deze zomer naar Umbrië komen, maar ik wist niet dat ze het verminderde aantal toeristen zo erg voelden. Er verschijnen regelmatig berichten op sociale media dat Umbrië echt nog wel de moeite waard is om te bezoeken en dat is het ook. Het is ook niet dat de aarde hier alle dagen beeft, ook al zijn er de grote aardbeving van vorige zomer nog een aantal naschokken geweest en zijn er bepaalde stadjes serieus verwoest.
Ik heb een hele weg moeten afleggen om aan de Carceri te geraken, maar je kan er ook met de auto geraken. De meeste toeristen bezoeken Assisi voor de basiliek van San Franceso en eventueel ook de kerk van Santa Chiara en nemen zelfs niet zoveel tijd om de rest van Assisi te bezichtigen. Los van religie is het ook een heel mooi stadje om door te kuieren en de trapjes en steegjes te verkennen.

Basiliek van San Francesco
Deze en onderstaande foto's zijn van vorige zomer.




Als je niets met religie of San Francesco hebt, doe je waarschijnlijk ook niet echt de moeite om tot aan de kluizenaarswonig te geraken als je die enkel met de wagen of taxi kan bereiken of een serieuze wandeling moet maken. Het is ook niet voor niets een kluizenaarswoning natuurlijk, afgelegen in de bossen. Ik heb onderweg wel een paar keren gedacht: "Amai, die Francesco moet toch ook afgezien hebben op zijn sandalen." 

Als je voorbij de Carceri wandelt, kan je langs
 het achterpoortje even binnengluren in de tuin en
langs het pad staat deze Francesco te blinken. 
Ik had wel met die man aan het kraampje te doen. Ik kan me voorstellen dat hij blij is dat er eens iemand een drankje bestelt en bereid is om een babbeltje te slaan. Toen ik hem vertelde over mijn twijfels om verder te gaan, antwoordde hij: "E perché no?" Ik had nog alle tijd en de tocht duurt ongeveer 6 uren. Zo geschiedde en ik heb doorgezet. Ik heb onderweg niemand meer gezien, met uitzondering van eens een auto op de nog geasfalteerde weg en een hertje dat wegvluchtte. 

Hoe een gewone tak mijn nieuwe beste vriend werd. 

Ik heb nog serieus afgezien, moet ik toegeven, maar op een andere manier dan tijdens het eerste stuk. Heel af en toe kwam ik op een geasfalteerde weg om snel terug 'in de bosjes te verdwijnen'. Ik nam mijn kaart bij de hand waar nodig en vergeleek af en toe met de GPS, maar ondanks de kaarten die erop gedownload stonden door de man van A.S. Adventure, stonden die smalle weggetjes er niet allemaal op. Ik volgde de blauw-gele route (via Francigena di San Francesco) samen met de CAI-route (bij ons gekend als de GR- Grand Route in rood en wit). Die laatste stond ook op mijn kaart, maar was minder duidelijk aanwezig ter plaatse dan de blauw-gele.

De CAI-route in rood en wit.

Blauw-geel beschildere stenen geven
de Via frangigena di San Francesco aan. 

Mijn tak / wandelstok werd mijn beste vriend, mijn steun en toeverlaat. Sommige delen in het bos leken nog meer verlaten dan ik me kon voorstellen, maar als ik dan en steen tegenkwam die blauw en geel was, wist ik dat ik nog steeds correct was. Hele smalle paadjes die je nauwelijks als paadjes zou herkennen waren geen uitzondering. Er waren ook nog een aantal serieuze beklimmingen bij en dankzij mijn vriendinnen die me af en toe ondersteunden via een smsje -en dus ook dankzij de bereikbaarheid in het bos- zette ik door.

Een pad dat wel nog een pad te benoemen is. 
Ergens in het hol van Pluto moest ik afscheid nemen van mijn vriend, de tak. De grond was droog en ik voelde de vermoeidheid wel geregeld. Eigenlijk moest ik constant alert zijn. Bij de beklimmingen hoopte ik op een afdaling; maar ook die konden gevaarlijk zijn. Ik gleed af en toe uit over droog en los zand of losse steentjes. De tak was mijn houvast, alsook de bomen, maar toen ik plots onderuit ging, held mijn stok het niet toen ik probeerde recht te komen. "Tot ziens, au revoir, goodbye, beste vriend. Helaas moet ik je sneller dan voorzien achterlaten en vervangen." Ik ben meteen op zoek gegaan naar een andere stevige tak die ik al snel gewoon werd en tot de poort van Spello bij me zou houden. Ik had het grappige idee om op het einde een foto / selfie te maken terwijl ik mijn stok een zoen gaf voor bewezen diensten. Ik heb dat ook gedaan, maar met de beide takken 😉.


Een zoen voor bewezen diensten.
Afscheid van een vriend. 


Verandering van omgeving

Ik had zoveel mogelijk waypoints aangegeven in mijn GPS, maar dat laatste stuk was moeilijker. In een van mijn gidsen stond dat ik tot het einde van het bos moest gaan, om dan het laatste deel te starten. Eenmaal buiten het bos keek ik er echt naar uit om Spello te bereiken. Een wegwijzer gaf aan dat het nog een uur wandelen was, maar ook hier was het meer dan dat.


Door de verandering van omgeving was het in het bein wel fijn doorstappen, maar het laatste stuk was lang, steeds dalend en op losse kiezeltjes tussen de velden met olijfbomen. Wel mooi, maar lastig en in de blakende zon. Ik bedacht me dat het een goed idee was geweest in Assisi te starten. De tocht naar beneden en vooral het pad waren te vergelijken met dat eerste deel naar de Carceri, alleen was dat toen in de bossen met meer schaduw. Indien je hier klimmend moet starten onder de zon, lijkt me dat nog lastiger.




Mijn laatste deel was langs de olijfgaarden. 

Spello in zicht
Eindelijk was Spello in zicht! Toch leek dat eerst nog een fatamorgana, want het duurde en duurde voor ik dichterbij kwam. Een paar meter voor de poort nam ik, zoals gezegd, afscheid van mijn wandelvriend, liet hem achter bij een blauw-gele steen en nam nog een laatste foto. Binnen de stadsmuren zocht ik meteen een bankje en las de smsjes die het laatste uur waren binnengekomen 😍. 7,5 uren had ik erover gedaan. 15 km vanaf de bushalte, maar door het stijgen en dalen op de falnken van de Monte Subasio ging dat niet zo vlotjes. Ik stuurde berichtjes naar de vriendinnen dat het me gelukt was én naar mijn familie die nog niet wist wat ik eerder die dag had gedaan. Ik was (en ben) trots dat het me gelukt is en zal met trots mijn sandaaltje meedragen tijdens mijn volgende wandelingen.






Aan de stadspoort van Spello.
Mijn sandaaltje als beloning en herinnering hangt nu
 aan mijn wandelrugzak.