zaterdag 26 december 2020

70 x freddy

 26/12/2020. 70 jaar geleden werd mijn papa geboren. Op tweede kerst zoals we het ook noemen. De voorbije jaren kocht ik naast de 'klassieke' boeken die bij ons in de familie meestal op de lijstjes staan ook telkens een Matchbooxcollectie voor zijn verjaardag. Een mooi zwart doosje met daar telkens 4 luciferdoosjes in, waar in harmonica gevouwen boekjes in zitten. Vorig jaar al had ik de idee om het dit jaar persoonlijker te maken, maar via Matchboox is dat vooral bedoeld als relatiegeschenk in grote oplage. Ik heb het dan maar over een andere boeg gegooid. 

Half november heb ik aan Els (mijn papa's vrouw) en Freek (mijn broer) voorgesteld om 70 wensen te verzamelen en deze in luciferdoosjes te stoppen. Els antwoordde dat ze dat wel OK vond, maar niet wist of ze al die e-mailadressen had. Vanaf dat moment begon het geheime avontuur: mensen opsporen en aanschrijven. 


Ik had zelf al een hele lijst gemaakt van mensen die ik ken en / of waarvan ik weet dat ze mijn papa kennen en deze lijst werd verder aangevuld door Els en Freek. Inderdaad, van sommige mensen hadden we nauwelijks contactgegevens, waren ze al verouderd of wisten we enkel een voornaam + beroep bv. Mijn papa was veel thuis, dus stiekem gaan zoeken was ook al niet eenvoudig, maar dan zijn er - lang leve - de sociale media en gingen we hulp vragen bij mensen waarvan we een vermoeden hadden dat zij konden helpen. Elke keer was er een vreugdesprongetje als we een nieuw mailadres of telefoonnummer hadden en hiermee bezig zijn was een mooie afwisseling tussen al het schoolwerk tijdens code oranje.
Mijn hart maakte een grote sprong toen de eerste wens binnen kwam. Toen wist ik heel zeker dat dit nog een emotionele rollercoaster ging worden. Ik had een deadline van een maand ingesteld, zodat ik tijdig wist hoeveel wensen er zouden zijn en ik een plan kon opstellen van wat ik met al die doosjes zou doen. Halfweg die maand zaten we aan de helft en stuurde ik een herinnering, waarop alles plots nog meer in versnelling ging. Ondertussen waren ook de blanco doosjes thuis bezorgd en tegen de kerstvakantie wist ik dat we aan 70 wensen zouden komen en had ik ook al een idee van wat het geheel zou worden. Uiteindelijk zijn we boven de 70 geraakt. 

Pinterest is zo'n grote inspiratiebron. Ik heb ondertussen een volledig bord met doosjesideeën. Zelfs mijn leerlingen waar ik online aan moet lesgeven, kregen een doosjesopdracht op basis van een verhaal waar we de laatste weken rond hadden gewerkt. Voor 70 x freddy viel mijn oog op een boek. De boekenkast is prominent aanwezig bij mijn papa en Els. Ik wilde in het boek een kast maken zoals op de foto, maar dan met luciferdoosjes. 


Van zodra de kerstvakantie begon, kon ik ook aan mijn project beginnen. Het eerste weekend had ik enkel nog maar al het materiaal verzameld en gelukkig heb ik nog een hele voorraad scrapbookpapier liggen. Verschillende mensen stuurden eigen doosjes op of kwamen ze in de bus steken. 

De herinnering waar alles mee begon.

Potloden en fotografie: voor velen het eerste waar
ze aan denken als het over mijn papa gaat. 

Ik kon die niet tussen de andere doosjes plakken en wilde die zoveel mogelijk in hun eigenheid bewaren. Ik kreeg zelfs handleidingen per post. 😀 Het was lang geleden dat ik nog zoveel post kreeg als ik er al eens zoveel kreeg. 



Er kwamen ook briefjes binnen op PDF die buiten het formaat vielen en zelfgemaakte boekjes die wel of niet in een doosje pasten. Geen nood, ik vergrootte twee doosjes en  zou dus ook voor extra open kastruimte moeten zorgen, zodat alles erin kon en het toch een mooi geheel werd. Er zijn waarschijnlijk al heel wat digitale mogelijkheden om uit te rekenen hoeveel doosjes ik nodig had en hoeveel ruimte en hoe dit alles samen paste, maar ik koos uiteindelijk toch voor gewoon ruitjespapier. De manier waarop ik vroeger mijn kamer moest inrichten na een verhuis: door papiertjes op schaal te verplaatsen. Ik tekende dus elk doosje uit, alle open ruimtes en begon te puzzelen. Wiskunde op zondagochtend. Tias was al even blij als ik toen de puzzel klopte. 


's Middags begon dan het knip- en plooiwerk met dank aan Freek voor de plooihulp (coronaproof). Na een uur of twee waren we rond en ik was klaar voor de komende drie dagen die ik had voorzien om alles in elkaar te zetten. Bij het aan elkaar plakken van de eerste doosjes voelde ik al dat het veel te lang geleden was dat ik dit had gedaan: met papier mooie dingen maken. Ik genoot en voelde me hier echt gelukkig bij. Dat klinkt misschien gek, maar doordat ik wist dat ik tijd had, was er geen stress en kon ik echt genieten.


De tussenruimtes waren iets moeilijker. Ik maakte tussenwandjes, zodat er langs elke kant iets zou kunnen staan en ging nog op zoek naar magneetjes om aan de 'echte' luciferdoosjes vast te maken zodat ze er niet zouden uit vallen. In de hobbywinkel testte ik de magneetjes bij allerlei zaken die daar ook hingen en zo kwam ik op splitpennen uit. Ik heb me dan een tijdje bezig gehouden met de beentjes van de splitpennen te knippen en achter het behang te plakken. Het is eens iets anders. Door de tussenruimtes en af en toe een extra latje karton voor de stevigheid, begon er helaas een niveauverschil te ontstaan. Die lelijke bruine stukjes zijn de oplossing en heb ik nadien gelukkig nog kunnen bijwerken met het 'behangpapier', maar wat was ik blij toen die kast eindelijk in elkaar zat. 


De buitendoos zou nog een extra uitdaging worden. Ik had al heel lang geen doos meer gemaakt en heb van die magnetenzoektocht geprofiteerd om ook nog eens boekbinderslijm in huis te halen. De beste tip die men mij daar kon geven. Ik plakte per wand twee lagen karton op elkaar en probeerde voorzichtig de rechtopstaandemuurtjes op de juiste plaats te plakken. Ik koos papier uit en kleurde de diktes van het karton bij met stift. Een nachtje rusten onder een zwaar boek en een grote opluchting later dat de doos nog leefde, was ik alweer een stap dichter bij het eindresultaat. De kaft bekleden met extra kleur, mooi papier en stickertjes voor de voorzijde. Op de achterflap kwam een verkorte versie van de mail die ik naar iedereen stuurde. 


Als laatste schreef ik mijn eigen brief naar mijn papa. Ik heb vaak getwijfeld. Ik was het voorbije jaar al meermaals begonnen in mijn hoofd, maar die coronacrisis maakte me zo emotioneel dat het me helemaal niet lukte. Ik ben zelfs gewoon van alles beginnen inspreken op mijn telefoon en heb er even aan gedacht om dat dan op een USB-stickje te zetten en in een van de doosjes te stoppen, maar uiteindelijk werd het toch een brief. Afgedrukt in kleine vierkantjes en op een harmonicawijze gevouwen tot een boekje van 3 cm x 3 cm. 


Op de dag voor kerst, de dag dat alles af moest zijn, heb ik alle briefjes in de doosjes gestopt, de andere doosjes, boekjes, ... rechtop gezet en de rug tegen de kast geplakt. Ik was klaar. 💖



Dit is uiteraad in de eerste plaats een cadeau voor mijn papa, maar gaandeweg ben ik dit ook als een grote meerwaarde voor mezelf gaan beschouwen. Delen van mijn jeugd kwamen terug zoals het woonerf waar ik van mijn derde tot tiende woonde, oud-studenten van mijn papa die vroeger kwamen babysitten en de start van Reva meer dan 30 jaar geleden. 

Hartelijk dank aan Els en Freek om mee te gaan in mijn creatieve uitspattingen. Hartelijk dank aan iedereen die hieraan meewerkte, meer dan 70 maal. Hartelijk dank aan wie meedacht over oplossingen. Hartelijk dank voor de vele hartverwamende berichten en fijne babbeltjes aan de deur. Dat zijn veel hartjes samen. 💖💖💖 Mijn papa heeft zijn cadeau gisteren al gekregen na een mooie wandeling in de buurt. Een beetje koukleumend konden we toch even toosten op zijn verjaardag en vertellen over de voorbije weken achter zijn rug. De eerste doosjes werden geopend en een aantal briefjes werden al gelezen. We mochten geen knuffels geven, ook al was de drang er echt wel. Ik weet hoe hij zijn verjaardag vandaag verder zal doorbrengen: met een doos / kast voor briefjes waar hij heel erg blij mee is. 


Maak er allemaal nog een mooi eindejaar van en kijk hoopvol naar een nieuw jaar, waarin onze vrijheid hopelijk iets meer terugkomt en een knuffel terug normaal mag worden. 


zaterdag 8 augustus 2020

Hoe een krokodil me aan het stappen zet.

Later dan de voorbije 3 jaren schreef ik me in voor de 5de editie van de Refugee Walk, later dan anders begin ik aan een sponsoractie (hoewel die al een tijdje in mijn hoofd zit) en later dan gewoonlijk schrijf ik mijn motivatie neer. Vroeger dan we gewoon waren echter, gingen we dit jaar al begin juli een weekje weg. Dat was al zo gepland nog voor Corona besliste dat er een Belgische bestemming kwam in de plaats van het ‘tropische Nederland’.

Ik schreef de voorbije jaren al over mijn ervaringen in een vluchtelingenkamp in Cecina, nu meer dan 20 jaar geleden en over de vriendschap die ontstaan is met een van de families. Ik ben ongelooflijk trots op hen en het is zo fijn om te zien dat die hechte familie alleen maar hechter, groter en gelukkiger wordt. Ik vertelde ook over een tekening van een kapot geschoten school van een van mijn leerlingen uit oorlogsgebied en over het boek ‘De bijenhouder van Aleppo’ van Christie Lefteri, dat ik vorige zomer las en hoe het bakstenen huis van de drie biggetjes een wens was van een klein jongetje op de vlucht en mijn motivatie om opnieuw te stappen.

Op de laatste dag van ons weekje weg kwam ik opnieuw een dier tegen dat wel eens het symbool zou kunnen worden van mijn wandelmotivatie t.v.v. Vluchtelingenwerk Vlaanderen. We waren op uitstap naar het interactief waterpark Hidrodoe in Herentals. Alles draait daar - zoals het woord het zegt - rond water. Wetenschappelijke proefjes, spelletjes, filmpjes, maar ook taal. Zo is er een hoekje waar je spreekwoorden in verschillende talen kan ontdekken waar het woord water in voorkomt.  Ik koos op een bepaald moment voor het Frans en was verbouwereerd door wat ik las: “Le tronc d’arbre a beau rester longtemps dans l’eau, il ne sera jamais un crocodile.” De vertaling die er bij stond was: “Al ligt de boomstam nog zo lang te water, hij wordt nooit een  krokodil.” Ok, de vertaling was wel duidelijk, maar er stond ook een betekenis bij en daar was ik toch wel van geschrokken. Ik liet die aan Tias (12) lezen en ook hij vond het grof. Er stond namelijk: “Al doet de vreemdeling nog zo zijn best, hij wordt nooit een van ons.”

Ik had meteen mijn aanknooppunt en motivatie om te stappen dit jaar. Hoe erg is dit? Ik had het erover met een vriendin en we vroegen ons af wie zoiets verzint. Hoe is zo’n spreekwoord ontstaan en wie geeft daar die betekenis aan? Ik had zeker nooit zo ver gedacht indien het er niet bijstond. Ik ben op zoek gegaan naar eventuele andere betekenissen, maar echt ver ben ik niet gekomen. Het zou om een Senegalees gezegde gaan dat wel meer verspreid is over het Afrikaanse continent en sommige woorden worden wel eens vervangen door synoniemen. Ik vond wel een uitspraak van de Malinese schrijver en politicus Seydou Badian Kouyaté, waarin hij het spreekwoord gebruikte: “S’ils en existent qui ne rêvent que d’ être Blancs, l’ avenir se chargera de leur faire comprendre que le séjour dans l’eau ne transforme pas un tronc d’arbre en crocodile.” (Indien er mensen zijn die er enkel van dromen om blank te zijn, zal de toekomst hen wel uitwijzen dat leven in het water een boomstronk niet verandert in een krokodil.) Ik moet eerlijk toegeven dat ik met dit gebruik beter kan leven, alhoewel ik me afvraag waarom ‘Blancs’ met een hoofdletter wordt geschreven. Worden wij, blanken,  echt nog door zoveel mensen als ‘superieur’ gezien? Ik mag hopen van niet, maar ik vrees van wel. Ik zou ook wel willen weten in welke context die man dat gezegd heeft. Er is zoveel gaande in de wereld en ‘black lives matter’ is enorm actueel, maar is het eigenlijk altijd al geweest. Helaas ook, want dat betekent dat nog steeds niet iedereen dezelfde rechten heeft om dan nog over alle (andere) al dan niet etnische minderheden te zwijgen.

Toen ik vorige week een voorbereidende wandeling maakte aan de kust heb ik deze tekst in mijn hoofd geschreven. Ik had hem misschien beter opgenomen, want ik herinner me er enkel nog vlagen van, maar ik zie me wel nog wandelen met bedenkingen over hoe onrechtvaardig het leven voor velen onder ons is. Mensen moeten zich vaak keihard bewijzen omdat ze elders vandaan komen. Ik denk al heel dichtbij, bv. op school. Anderstalige kinderen en jongeren zien vaak hun onderwijskansen al slinken omdat ze de barrière van de Nederlandse taal eerst over moeten. Wij zijn er als leerkrachten om hen daarbij te helpen en hen zoveel mogelijk te steunen, maar helaas zijn er nog veel kinderen die door die ‘taalachterstand’ ook kansen verliezen. En niet alleen kinderen, ook jongeren of volwassenen die ergens aan het werk zijn. Ik hoor ook nog wel af en toe zeggen: “Leer eerst Nederlands he!” Hebben we er al eens bij stilgestaan dat onze taal een moeilijke taal is? Hebben we er al eens aan gedacht dat niet iedereen een even grote talenknobbel heeft? Ja toch? Hoeveel mensen zijn er die twee van de drie landstalen vloeiend spreken? Dat zullen er misschien nog best wat zijn, maar alle drie? Nieuwkomers die bij ons binnenkomen spreken vaak een of meerdere eigen landstalen (al dan niet met een woordje Engels inclusief). Indien ze al een heel traject achter de rug hebben, kan het zijn dat ze ook nog een andere taal hebben opgepikt onderweg zoals bv. Grieks, Italiaans of Spaans, maar daar wordt hen niet naar gevraagd. Neen, ze kunnen geen of onvoldoende Nederlands en worden daarop afgestraft met een rake opmerking of een verkeken kans. Er wordt ook wel gezegd dat nieuwkomers geen werk willen zoeken, maar vaak vinden ze nog geen werk, omdat ze de taal nog niet machtig genoeg zijn. Als ze wel werk vinden, moeten ze de studies en het werken combineren. Daar al eens bij stilgestaan? Gelukkig zijn er ook veel mensen die wel kansen geven en krijgen. Dat moet ook gezegd worden.

Om terug te keren naar de krokodil, is de taal maar één van de vele voorbeelden waarom iemand niet een van ons zou kunnen worden. Ik ken genoeg mensen die keihard hun best doen, die al een hele lijdensweg achter de rug hebben of hun ouders nog steeds zien afzien en onze taal niet vloeiend spreken, maar ze zijn wel een van ons. Ze zijn naar hier gekomen, omdat het thuis bv. niet veilig was en ze een betere toekomst wilden voor zichzelf of voor hun familie. Neen, dan gaat het niet alleen over oorlog. Er zijn helaas ook massa’s andere voorbeelden te bedenken. Zijn deze mensen die alles hebben achtergelaten niet een van ons? Wat mij betreft wel. Ik hoop van harte dat zij zich wel als een van ons voelen of ooit zullen voelen en daarom wil ik voor de vierde keer de uitdaging aangaan om de Refugee Walk te stappen.

De Refugee Walk verloopt dit jaar, net als heel veel andere evenementen en activiteiten een beetje anders. Geen groot evenement waar we per 500 starten en een parcours van 40 km wandelen, maar elk vanuit onze eigen regio kunnen we op 27 september een wandeling uitstippelen en stappen om de vele vluchtelingen te steunen via Vluchtelingenwerk Vlaanderen, zodat zij goed begeleid worden tijdens hun eerste stappen op Belgische grond. Er was initieel de keuze tussen 10 km en 40 km en ik zou heel graag opnieuw 40 km stappen en één keer per jaar echt die uitdaging aangaan. Ik zou een wandeling rondom Gent kunnen uitzoeken, maar het lijkt me fijner én symbolischer om ergens heen te stappen.  Mijn route staat nog niet helemaal op punt, maar zal waarschijnlijk van Gent naar Brugge lopen. Ik moet ook nog bekijken waar er pauzemomenten mogelijk zijn en nog wat verder trainen. Ik dacht de tocht eerst alleen te stappen, wat heel zwaar is, maar ondertussen zijn er al twee dames die graag een gedeelte (10 km) of volledig willen meestappen.

Ons team heet nog steeds Wandel met je hart en wij zijn op zoek naar sponsors die ons én het goede werk van Vluchtelingenwerk Vlaanderen willen steunen. Hoe? Heel simpel. Ga naar www.refugeewalk.be, kies voor ‘sponsor een stapper’ en zoek ons team Wandel met je hart. Door daarop te klikken, kom je ook bij de knop STEUNEN terecht en de rest wijst zichzelf uit. Je kan eventueel een berichtje plaatsen als je het iets persoonlijker wil maken en anoniem steunen is ook mogelijk. De rechtstreekse link naar onze sponsorpagina is: https://www.refugeewalk.be/project/27805. Normaal gezien krijgen wij nadien een mailtje dat we gesponsord werden.

Alvast hartelijk dank. We zullen ze stappen, die kilometers!

Vluchtelingenwerk Vlaanderen is meer dan alleen een startpunt. Daarover is alles te lezen op https://www.vluchtelingenwerk.be/. Op de website van de Refugee Walk (www.refugeewalk.be) staat meer informatie over de tocht zelf.

Sportieve en gemotiveerde groeten,

Sara

P.S. De sponsors die ik persoonlijk ken, komen net zoals de voorbije drie edities op een wandelaartje aan mijn rugzak te hangen. Er hangen nu twee wandelaars aan en deze blijven me ook nog steeds vergezellen tijdens mijn wandelingen. Stap jij ook mee?

woensdag 27 mei 2020

Over mondmaskers, een adem en een longarts

Opgelet: wie enkel de uitleg wil, kan best even doorscrollen naar het vetgedrukte zinnetje. Wie wil weten hoe ik dit allemaal heb ervaren, kan hier beginnen. 😊😊

Kan jij de tel nog bijhouden? Weet jij nog hoelang we al anders leven dan hiervoor? Ik niet. Wat ik wel weet, is dat ik, op het moment dat er voor het eerst over mondmaskers maken werd gepraat, niet aan het werk was. Ik moest op dat moment aan mezelf denken en rust nemen. Uit het niets kwam er een sociale druk af op iedereen die met een naaimachine overweg kon om mondmaskers te maken voor het zorgpersoneel. Het was echter nog een hele tijd wachten tot het patroon, goedgekeurd door de F.O.D., onze richting uitkwam en ondertussen kwam Pinterest vol te staan met allerlei mogelijke mondmaskers. Via mijn vroegere collega en huidige vriendin Mia kwam ik (voorlopig) bij een patroontje terecht dat er wel goed uitzag. De druk bleef echter aanhouden zowel op sociale media als door mensen die me patronen doorstuurden zonder dat ik ernaar vroeg. Heel mooi allemaal, maar ik kon dat toen niet aan. Ik moet toegeven dat het schuldgevoel wel een beetje knaagde.

Ik heb wel iets anders gedaan. 17 jaar geleden lag ik een maand in het ziekenhuis met een pneumokokkenpneumonie. Van spoed naar intensieve, naar midcare  en een gewone kamer tot eindelijk terug naar huis. Ik sta daar niet meer zo vaak bij stil, behalve als ik het op school bv. over roken en verslavingen heb met mijn leerlingen en over leren neen zeggen tegen mensen die je iets aanbieden dat je niet wil. Dan vertel ik de leerlingen wat een nachtverpleger me ooit zei: "Jij hebt geluk dat je nooit hebt gerookt, geen baby of bejaarde bent, want dan had je het misschien niet gehaald." De naam van die verpleger ken ik niet meer, maar de naam van de arts die me erdoor heeft geholpen wel. Toen mijn mama me in het kader van COVID-19 vroeg of ik nog risicopersoon ben, vermoedde ik van niet. Ik heb nadien 1x een vaccin gekregen dat goed was voor 5 jaar. Nadien vond mijn huisarts het niet meer nodig wegens geen medische klachten. Ik checkte het bij de huisarts en besloot nadien om in al mijn emoties van deze crisis een kaartje te sturen naar mijn longarts om haar en haar collega's, verpleging, logistiek personeel, ... te bedanken voor die strijd toen en om hen nu veel moed toe te wensen. Ik vond gewoon dat ik het moest doen. Ik heb daar ook ooit gelegen en gevochten voor mijn leven. Er was hier geen mondmaskerfabriekje gestart, maar ik hoopte op die manier toch een beetje steun te bieden.

Wat de mondmaskers betreft, heb er in het begin een drietal gemaakt voor mijn mama en een vriendin die elk om hun reden tot de risicogroep behoren. Een mondmasker draag je in de eerste plaats om de anderen niet te besmetten, maar er werd in het begin nog niet echt veel aan social distancing gedaan en zij wilden vooral een signaal geven om afstand te houden van hen, zodat ze zelf ook geen risico zouden lopen.
Pas toen er over versoepeling werd gesproken en er genoeg mondmaskers aanwezig waren voor het zorgpersoneel en anderen werd er ook over mondmaskers gesproken voor de burgers. Toen was ik ook al terug aan het werk en ben ik beginnen naaien in mijn vrije tijd. Kleinschalig weliswaar, om het te kunnen overzien. Voor mijn papa, Els, mama, broer, mijn kinderen en mezelf. Op Facebook zag ik een oproepje van Haarstudio Muis, hier in de buurt, een kapsalon waar vooral kinderen komen. Ze wilden de heropstart regelen, maar zochten nog naar kindvriendelijke maskertjes voor het personeel. Dat was voor mij het ideale moment om ook wat restjes kinderstofjes te verwerken en het bleef op kleine schaal.

Ik heb uiteindelijk ook het patroon van www.maakjemondmasker.be helemaal bestudeerd en een aantal instructiefilmpjes bekeken en had daardoor twee modelletjes in de aanbieding. Ik heb ze allebei zelf ook uitgeprobeerd met elastiekjes rond de oren en elastiekjes rond het hoofd. Ik heb er ook eentje met linten getest, maar dat vond ik niet zo gemakkelijk met mijn krullen. Verder weet ik nog niet wat ik nu het beste vind. Het eerste model doet me enorm aan een muilkorf denken en vind ik niet zo'n fijn zicht. Het tweede vind ik mooier, voor zover je zoiets mooi kan vinden, maar de elastiekjes moeten op de goede maat zitten, want anders heb ik nadien nog een aantal uren het gevoel dat mijn neus werd platgedrukt. Dat zal afhankelijk zijn van neus tot neus, maar die van mij heeft er last van. Mijn hele strijd in dit proces van zoeken, uitproberen, naaien en opnieuw proberen leverde me het nieuwe werkwoord 'mondmaskeren' op. "Ik ga nog een beetje mondmaskeren," was een hele tijd mijn zinnetje.

Tijdens de lockdown is er ook een mooie vriendschap gebloeid tussen vijf dames met een zelfde liefde: de liefde voor het werk van Bart Moeyaert en de schrijver zelf. De vriendschap was er eigenlijk al (en de liefde ook 😉), maar we zijn ook maar overgegaan tot een Whatsappgroepje en al snel voelden we dat we elkaar aanvullen, aanvoelen en ondersteunen waar nodig. We zien elkaar graag. Er wordt zowel verdriet als plezier gedeeld en zo af en toe komt er eens iemand met een leuk idee voor nu of in de toekomst. Zo wilde ik toch wel iets extra aan mijn eigen mondmaskers. Als we er dan toch een moeten dragen, liefst eentje dat 'mooi' is en met een fijn detail. Ik dacht aan een stoffen labeltje en ging op zoek naar een bedrijfje dat je niet meteen verplicht om er heel veel te bestellen. Ik kwam uit bij Dutch Labels en gooide de idee in de groep. Met twee gingen we al meteen zoeken in onze dichtbundels van Bart en toen we uitkwamen op volgend gedicht, wisten we vrij snel welk zinnetje op de labeltjes zou komen. Eerlijk? We hebben niet meer op het advies van de andere vriendinnen gewacht. (Sorry!)

Hier

Als iemand mij laat kiezen
tussen de stippels
in mijn atlas van de hemel
of de leegte van dit witte blad papier,
zal niemand tijd verliezen:
er is geen plek waar ik
mijn adem liever heb dan hier.

Bart Moeyaert

Tien dagen later zaten de geweven labeltjes in mijn brievenbus. Ik was zo blij als een klein kind en was onder de indruk van de kwaliteit.


Ik was voor mijn familie al aan het naaien geslaan en had een arsenaal aan katoentjes boven gehaald dat ik nog liggen had. Ik had er geen idee van dat het er nog zoveel waren. Nu mochten de vriendinnen ook kiezen uit mijn voorraad. Meer nog, ze mochten ook nog kiezen uit de twee maskertjes en hoe ze de elastiekjes wilden. Tot ik op nog een dilemma stuitte. Waar zet ik het label? Ik had voor mezelf al uitgemaakt om het op de rechthoekige maskertjes bovenaan links te zetten, zodat het op de rechterwang zat. Wat met de muilkorfjes? Ook hier heb ik de wensen gerespecteerd😉.
Ik was zo blij toen ze allemaal klaar waren en met de uitbreiding van de versoepeling wil ik er ook nog een drietal gaan afgeven bij mijn favoriete boekenwinkeltje Walry waar er altijd tijd is voor een babbeltje en ze me ondertussen ook al kennen en weten wat ik kom halen als Bart een nieuw boek uit heeft. Ze delen dan zo mijn enthousiasme. De eerste dag van de heropening ben ik al eens binnen gesprongen. Ik had er nood aan op een of andere manier. Geen gedrum, gewoon mijn beurt afwachten tot ik binnen mocht.

Mijn klein geluk: maskertjes die klaar zijn, mooie kleurtjes samen en een ideale zin uit een mooi gedicht.

De perfectionistische Sara vindt het wel jammer dat ze
de aardbeitjes niet helemaal recht kreeg. De print is niet 
helemaal recht gedrukt. 



Gisteren waren ze allemaal klaar (op nog eentje voor Walry na) en heb ik ze op de bus gedaan. Net nadat ik er de kaartjes had bij geschreven en alles had ingepakt kreeg ik telefoon. Geen onbekend nummer, maar het nummer van de dienst longziekten met de naam van mijn longarts erbij. Ik was een beetje van mijn melk. Na 17 jaar had ik een gesprek met de arts die nog wist wie ik was. Ze wilde me bedanken voor mijn kaartje - dat zoveel deugd had gedaan - nu de rust in het ziekenhuis een beetje is teruggekeerd. Ze vroeg me hoe het met me ging en vertelde me dat ze nog precies weet hoe ik destijds was binnengekomen op spoed, waar ik lag en dat ze die eerste dag niet naar huis wou voor haar collega er was die een vertraging had. Ze vertrouwde het niet. Die woorden raken me elke keer als ik eraan denk. We hadden het verder over hoe het er de voorbije maanden aan toe ging in het ziekenhuis, de druk op haar gezin met een partner die ook op intensieve werkt, niet mogen lesgeven, studerende kinderen, positief proberen blijven en het geluk in kleine dingen zoeken. Eigenlijk wilde ze mailen, maar wat ben ik blij dat mijn mailadres niet in mijn dossier stond. Dit gesprek was zoveel fijner.

En dan nu nog een woordje uitleg over de mondmaskertjes voor wie er eentje in de bus kreeg. 
Aangezien ik alles op afstand heb gemaakt en niets kon afmeten, heb ik ervoor gekozen om bij beide mondmaskertjes tunneltjes te voorzien. Op die manier was het niet nodig om de elastiekjes vast te stikken, maar kunnen ze nog op maat geknoopt worden. Het voordeel van het tunneltje bij het masker van de F.O.D. is dat het dan ook niet zo gaapt aan de wangen en beter aansluit.
De stofjes zijn op 90°C wasbaar, net zoals de elastiek. Ik heb steeds mijn handen gewassen, maar heb niet met een masker aan zitten naaien. Ik was ook niet aan het praten of zingen tegen mijn naaimachine en heb geen weet van een besmetting, maar nog eens voorwassen kan nooit kwaad.

De uitleg hieronder geldt voor beide modellen.

Voor brildragers kunnen in principe beide modellen. Het is belangrijk dat de bril boven het masker komt, zodat je glazen zo weinig mogelijk aandampen. Het masker van de F.O.D. kan groter gemaakt worden door de vouwen die erin zitten.

Voor wie een elastiek om het hoofd wil dragen.
De onderste knoop is zacht geknoopt, zodat hij nog los te maken is en kan worden aangepast. Het bovenste deel zit dan rond het achterhoofd en het onderste in de nek of iets hoger. Wie er toch nog elastiek rond de oren wil van maken, kan die bovenaan in twee knippen en op maat knopen.
Een tweede mogelijkheid is om met de lange elastiek toch nog rond de oren te gaan als ook het bovenste deel in de nek ligt. Dan kan je van daaruit vertrekken.

Voor wie het masker rond de oren wil bevestigen zitten er ook losse knoopjes in om de elastiekjes op maat te kunnen knopen. Een vriendin vertelde me dat ze het knoopje uiteindelijk goed had vastgeknoopt en zo dicht mogelijk naar de onderkant van het tunneltje had gebracht. Wie handig is met naald en draad kan de elastiek ook nog ergens wat meer onzichtbaar vastnaaien of aan elkaar naaien.

Door de elastiek voldoende aan te spannen, is het masker ook aan de wangen gesloten.

Veel succes ermee!

dinsdag 14 april 2020

Paasspel editie 2020

Toen het geheim van de paashaas hier bekend werd, vond Tias het jammer dat hij dan geen eitjes meer kon zoeken. Sommigen vinden het inderdaad vreemd om nog eitjes te zoeken als je weet dat je ouders die daar verstopt hebben en niet de paashaas, maar daar heb ik twee jaar geleden een alternatief voor bedacht. Ik heb toen voor het eerst een paasspel in elkaar gestoken voor hier in huis. Sindsdien vraagt Tias al maanden vooraf of ik zeker ook dit jaar een nieuw spel in elkaar steek. Vorig jaar heb ik dat ook gedaan, maar vond Luna het iets minder. Helaas heb ik daar toen geen verslagje van gemaakt. Luna had me voor dit jaar een aantal hints gegeven omtrent het onderwerp van het spel, zodat ze het wel leuk zou vinden.

14 april 2020. Twee dagen na Pasen en 1 dag na Paasmaandag. Gisteren hebben we ons spel gespeeld, maar normaal gezien was Luna gisteren naar zee vertrokken om met de groep van Scala verder te werken aan hun theaterproductie en zouden Tias en ik vandaag naar Texel vertrekken om er te geocachen. Een virus bepaalde daaar anders over. Dat dit niet doorgaat, is nu nog steeds soms lastig, maar we proberen het musical- en Texelgevoel naar Gent te halen en dat om te beginnen met het paasspel van dit jaar. 

Hoe het in elkaar zat.

Er zijn twee verschillende kleuren briefjes verstopt in kindereitjes en allerlei andere eitjes die we verzamelden. Luna' s kleur is blauw en die van Tias is groen. 

Op tafel ligt een kaartje (Wie zoekt die vindt eitjes. Veel succes Luna en Tias.) Door de gekleurde namen kunnen ze afleiden welke kleur voor hen is. Er liggen ook 4 pakjes met vier verschillende cijfersloten op tafel. Het kuiken is een traditie. Tias maakte deze in de eerste kleuterklas en heeft sindsdien nog geen enkel jaar Pasen gevierd zonder het kuiken. De band met 'zijn juf Astrid' is er ook nog steeds. 




Voor Luna zitten er in de eitjes vragen over musicals en voor Tias zijn het coördinaten van plaatsen op het eiland Texel.  De vragen en coördinaten zijn steeds in twee geknipt en te herkennen aan een symbooltje. Het spel wordt gespeeld zonder verdere uitleg. Net zoals bij een escaperoom is het aan de spelers om de hints te ontdekken. Er zitten ook 3 cijfertjes verstopt op witte blaadjes. In elk gewoon kindereitje passen twee kleine chocolade-eitjes, dus er valt al iets te snoepen tijdens het spel. 


De code (312) op de witte blaadjes is voor een pakje waar 2 antwoordbriefjes in zitten in de kleuren die bij de kinderen horen. Er zitten ook nog wat extra paaseitjes bij. Van zodra ze deze kunnen openen, kunnen ze vragen beginnen opzoeken en antwoorden of coördinaten ingeven in Google Maps om Texel te verkennen. Laptops, smartphones en tablets zijn dus toegestaan. De antwoorden komen in een woordraadsel met een verticale oplossing. 




Van de verticale oplossing moet van elke letter een waarde gezocht worden (A=1, B=2, …). Daar horen sommen bij die tot een code komen van 3 cijfers voor 2 andere pakjes op tafel. (916 voor Tias en 152 voor Luna)

In de pakjes zit een briefje met een verwijzing naar een plaats in hun kamers waar een klein cadeautje ligt en paaseitjes. Tussen de paaseitjes zit een nieuwe code. Als de kinderen beide codes optellen komen ze bij het grootste pakje met het echte paascadeautje en de laatste eitjes. (562+437=999)




Luna en Tias zijn erin geslaagd om op 1 eitje na alle eitjes te vinden (Het laatste zullen we wel eens tegenkomen 😉) en alle raadsels op te lossen binnen een uur. Knap!